Rijkswaterstaat heeft aan de noordkant van Oeffelt bij de beek Virdsche Graaf de aanleg van een geïsoleerde geulen en poel gepland. Deze komen in de uiterwaard te liggen, maar zijn niet rechtstreeks met de Maas verbonden.
Planning
Wat er gaat gebeuren, staat beschreven in het Ontwerp-Projectplan Waterwet, dat van 5 december 2023 tot en met 15 januari 2024 ter inzage heeft gelegen. Iedereen die dat wilde kon in die periode een zienswijze indienen op de plannen. In de reactienota bij het definitieve Projectplan Waterwet wordt teruggekoppeld wat er met de zienswijzen is gedaan.
Op dit moment wordt de publicatie van het definitieve Projectplan Waterwet voorbereid. Ook dit wordt ter inzage gelegd, waarna nog mogelijkheid tot beroep open staat. De terinzagelegging gebeurt naar verwachting najaar 2024. Als het zo ver is informeert Rijkswaterstaat daarover, onder meer via deze website.
Voor de uitvoering van de werkzaamheden is inmiddels een aannemer geselecteerd: Boskalis-Wetering. Zij gaan de komende jaren in totaal 17 KRW-maatregelen langs de Maas buiten realiseren. Lees meer hierover in het nieuwsbericht Opdracht voor de volgende stap ecologisch herstel Maas verstrekt. De maatregel Geulen Virdsche Graaf moet uiterlijk december 2027 zijn uitgevoerd.
Ligging
De locatie bevindt zich ruim 500 meter landinwaarts op de linkeroever van de Maas, ter hoogte van rivierkilometer 157,8. Aan oostzijde loopt de Oeffeltse Raam, die in beheer is bij Waterschap Aa en Maas. Deze beek werd de afgelopen jaren al verlegd en verbeterd. Aan die kant vinden daarom ook geen verdere ingrepen plaats vanuit de maatregel Geulen Virdsche Graaf.
Kaderrichtlijn Water
Deze maatregel is onderdeel van een groter ecologisch herstelprogramma voor de Maas vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Het waterleven in en langs de rivier is de afgelopen 150 jaar flink achteruit gegaan door allerlei menselijke ingrepen als het vastleggen van de oevers in steen en het afsnijden van rivierarmen en geulen. Hierdoor zijn veel van de oorspronkelijke planten en dieren die thuishoren in het riviersysteem verdwenen of komen nog maar in kleine aantallen voor.
Daarom werkt Rijkswaterstaat al sinds 2009 samen met andere partijen aan het natuurvriendelijk inrichten van oevers, beekmondingen en uiterwaarden langs de rivier. Met als doel de ecologische waterkwaliteit van de Maas te verbeteren. Zo ook in de regio Land van Cuijk. De uitvoering van de KRW loopt nog door tot en met 2027.
Het ontwerp op hoofdlijnen
De nieuwe geul komt te liggen op een plek die stamt uit de tijd dat de Maas nog niet beteugeld werd en vlechtend door het landschap liep. Ook wordt zoveel mogelijk de oude, recentelijk gedempte, loop van de Virdsche Graaf gevolgd. Hier wordt een circa 590 meter lange nieuwe waterloop met verscheidenheid aan breedtes, dieptes en taluds aangelegd. In de geul komt een aarden dammetje, zodat een afgescheiden deel ontstaat dat mede geschikt is als leefgebied voor Natura 2000-fauna als de kamsalamander en de vissoort kleine modderkruiper. Ook het aanleggen van een poel met doorsnede van 24 meter aan de westzijde van de geul draagt daar aan bij.
Als er lokaal voldoende geschikte bomen vrijkomen bij het uitvoeren van deze maatregel, zal de aannemer enkele daarvan als dood hout in de geul verankeren. Dat werkt als een soort rivierkoraal waar allerlei insecten en ongewervelde waterdiertjes op afkomen en waar vissen kunnen schuilen en naar voedsel zoeken.
Deels zal de geul worden gevoed door ‘gewoon’ grondwater en deels door afstromend kwelwater. Langs de Terrassenmaas tussen Buggenum en Mook komt in de uiterwaarden namelijk van nature ecologisch waardevol kwelwater naar boven, dat richting rivier stroomt vanaf de hogere zijterrassen. Kwelmilieus zijn tegenwoordig echter schaars; door menselijk ingrijpen in dit landschap zijn ze grotendeels verdwenen en daarmee ook de karakteristieke planten en dieren die er afhankelijk van zijn. Onderdeel van de aanpak van Rijkswaterstaat is daarom het terugbrengen van deze natuurwaarde.
Afwatering van de nieuwe geul gebeurt aan oostzijde op de Oeffeltse Raam via een smalle sloot en duiker. Ook daar komt een drempel te liggen, die het water in drogere tijden langer vasthoudt. Deze wordt gemaakt van klei die vrijkomt bij het graafwerk. Aan westkant is een overloopvoorziening in de vorm van een overloopduiker gepland, zodat bij hoogwater aan die kant tevens afvoer naar de Virdsche Graaf mogelijk is.
Maasheggen
In afstemming met Staatsbosbeheer en Waterschap Aa en Maas zijn de bestaande Maasheggen ingebed in het ontwerp. Alleen de verdronken exemplaren aan de zuidkant van de nieuwe geul worden verplaatst of verwijderd. Die hebben te lijden onder de verandering in de grondwaterstromen in de afgelopen jaren, waardoor ze te weinig zuurstof krijgen en onder water komen te staan. Daarvoor hebben het waterschap en Staatsbosbeheer het ‘Projectplan Verdronken Maasheggen Oeffeltse Raam en Virdsche Graaf’ opgesteld. Van daaruit zijn al enkele nieuwe heggen aangeplant. Rijkswaterstaat neemt in het contract met de uitvoeringsaannemer de eis op dat deze jonge aanplant tijdens de werkzaamheden moet worden beschermd dan wel gecompenseerd.
Flora en fauna
Geïsoleerde geulen zijn gericht op planten en dieren die baat hebben bij laagdynamische omstandigheden met weinig tot geen stroming en zonder dagelijkse invloed van de Maas. Alleen bij hoogwater gaan de uiterwaarden - en daarmee ook deze geulen - meestromen met de rivier. Voorbeelden van natuur die hier gedijt zijn de water- en oeverplanten riet, watermunt en gele plomp en de vissoorten riviergrondel, bittervoorn en de kleine en grote modderkruiper. Ook bepaalde ongewervelde waterdiertjes als zoetwatermosselen en libellen voelen zich hier thuis. Door de afstand tot de Maas zullen zich hier minder snel dominante exoten vestigen, waardoor de oorspronkelijke soorten betere overlevingskansen hebben.
Ondanks de afstand tot de rivier, kunnen ook vissen hun weg vinden naar de geulen. Bij hoogwater gaat namelijk de gehele uiterwaard - en dus ook deze geulen - meestromen en dan bestaat de kans dat er vissen of viseitjes achterblijven als het water zich terugtrekt. Ook overvliegende vogels kunnen eitjes laten vallen die aan hun poten of veren kleven.
Onderdeel van het ontwerp is verder een zogenoemde bufferzone. Dat is een strook land van 15 meter breed om de nieuwe geul en poel heen die ervoor zorgt dat gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen van aangrenzende landbouwgebieden worden gefilterd en daardoor zo min mogelijk terechtkomen in deze KRW-wateren.
Vooronderzoek en afstemming
Het ontwerp is tot stand gekomen in overleg met onder andere Waterschap Aa en Maas, gemeente Land van Cuijk, Provincie Noord-Brabant en grondeigenaren. In de voorbereiding is tevens gekeken naar zaken als de bodemgesteldheid, de waterhuishouding en aanwezigheid van eventuele beschermde flora en fauna, kabels/leidingen en cultuurhistorische of landschappelijke waarden.
Het ontwerp voldoet aan het huidige vastgestelde beleid. En er is binnen de specifieke opdracht vanuit de Kaderrichtlijn Water zo goed mogelijk rekening gehouden met de naar voren gebrachte wensen en eisen.
Verder speelt in deze regio de MIRT-Verkenning ‘Ruimte voor de Maas bij Oeffelt’, onder leiding van de Provincie Noord-Brabant. Die is gericht op het verbeteren van de doorstroming van de Maas onder de N264-brug door in tijden van hoogwater. De geul en poel Virdsche Graaf kunnen zonder bezwaar voor die doelstelling worden uitgevoerd.
Deelproject 4
In hetzelfde Ontwerp-Projectplan Waterwet waar Geul Virdsche Graaf onder valt, zitten nog drie andere KRW-maatregelen: Geulen Viltsche Graaf en Geulen Boxmeerse Veld, eveneens gelegen in de gemeente Land van Cuijk, plus de Oude Maasarm Heijen aan de overkant van de Maas in de gemeente Gennep. Tezamen vormen ze het zogeheten deelproject 4. Zie onderstaand kaartje.
Meer weten?
Algemene informatie over de maatregelen van Rijkswaterstaat voor ecologisch herstel van de Maas is te vinden op www.rijkswaterstaat.nl/maasoevers, via de nieuwsbrief en in deze brochure. Of bel voor vragen met de publieksinformatielijn van Rijkswaterstaat 0800-8002 (gratis).