Maasnatuur profiteert van nieuwe slingerende beekmonding Ur

Corinne Aquarius 22-09-2025 224 keer bekeken

Deze beek bij het Zuid-Limburgse Urmond stroomt nu in een lichte slinger uit in de Maas, iets zuidelijker dan voorheen. Obstakels zoals beton, puin en drempels zijn verwijderd. Zo kunnen vissen weer ongehinderd vanuit de rivier de monding in zwemmen om uit te rusten of te paaien.

In opdracht van Rijkswaterstaat is de laatste 300 meter van de Ur in de gemeente Stein natuurvriendelijk ingericht. Ook heeft de uitvoerder, Consortium Grensmaas, een nieuwe voetgangersbrug over de monding geplaatst.


Een beek met een bocht

De oude, smalle beekloop is opgevuld met grind dat vrijkwam tijdens de werkzaamheden. Dat stuk doet nu dienst als onderhoudspad voor het Waterschap Limburg, de beheerder van de Ur.

Ten zuiden daarvan is de nieuwe beekmonding gegraven: 300 meter lang, ongeveer 3 meter breed en tot 1 meter diep. Door de lichte meandering komt er variatie in stroomsnelheid en ontstaan er rustige zones waar vissen, maar ook waterplanten en allerlei kleine diertjes zich thuis voelen.


Grindwaaiermonding

Het vrijgekomen grind is bovendien gebruikt voor de aanleg van een zogeheten grindwaaiermonding. Dat past bij het karakter van de Grensmaas. Hier profiteren soorten van die houden van zuurstofrijk, snelstromend water over een grindbodem, zoals zalm, rivierdonderpad en rivierprik.
 

Lokstroom

Voor de herinrichting had de Ur bij de uitmonding een te steile bodem (verhang) met meerdere drempels. De beek was daardoor nauwelijks bereikbaar voor vissen. Door de bodem te verdiepen, het hoogteverschil geleidelijker te verdelen en de hindernissen te verwijderen, is de beek weer toegankelijk.

Wat daar ook bij helpt, is dat het beekwater nu via een scherpe laatste bocht met voldoende kracht de Maas in stroomt. Die stevige uitstroom – een ‘lokstroom’ – zorgt ervoor dat vissen de ingang van de beek kunnen vinden. Zo missen ze de afslag naar dit waardevolle schuil- en paaigebied niet.

De Ur maakt een laatste scherpe bocht bij de aantakking op de Maas. De rechteroever van de beek steil omhoog richting ruig grasland, de linkeroever is grindig, breed en vlak. Rechts is de nieuwe voetgangersbrug te zien. Deze is smal,  heeft een houten loopdeel  en een railing van wit geverfd gevlochten staal.
De laatste scherpe bocht van het beekwater zorgt voor voldoende lokstroom voor vissen in de Maas. ©Rijkswaterstaat.

Droog werken in nat gebied

Om het werk uit te voeren, werd het beekwater tijdelijk weggepompt en via een pijpleiding omgeleid. Bij de duiker onder het fietspad en bij de nieuwe monding is extra oeverbescherming aangebracht met breuksteen.

Ook de nieuwe voetgangersbrug is geïnstalleerd: die valt onder de werkzaamheden voor het Grensmaasproject en verbindt de natuurgebieden van Natuurmonumenten aan weerszijden van de Ur weer met elkaar. Consortium Grensmaas organiseert in de komende periode nog een officieel openingsmomentje voor de brug.
 

Europese waterdoelen

Met de nieuwe inrichting voldoet de monding van de Ur aan de Europese Kaderrichtlijn Water. Deze richtlijn schrijft onder meer voor dat onze rivieren geschikt moeten zijn als leefgebied voor inheemse flora en fauna. Dat is belangrijk voor een goede biodiversiteit en ecologische waterkwaliteit.
 

Meer weten?

Bekijk de projectpagina monding Ur op deze website. Of bel bij vragen de Landelijke Informatielijn van Rijkswaterstaat: 0800-8002 (gratis).

 

Cookie-instellingen