Meer leven langs de stuw

Corinne Aquarius 21-12-2023 1745 keer bekeken
Een afbeelding van een stuw met zonnig weer, gras aan de linkerkant van het water en gras en huizen aan de rechterkant van het water.

Rijkswaterstaat heeft de planstudieopdracht ‘Visconnectiviteit in de Maas’ gegund aan ingenieursbureau Royal HaskoningDHV. Daarmee gaat gewerkt worden aan het verminderen van de impact die de 7 stuwen hebben op het waterleven, aanvullend aan de al langer lopende andere KRW-maatregelen.

Deze stuwen hebben de stroming op een groot stuk van de rivier sterk ingeperkt. Alleen bij hoogwater mag de Maas helemaal vrij afstromen, want dan worden de stuwen gestreken. De stuw- en sluiscomplexen zijn onmisbaar voor de scheepvaart; zonder die infrastructuur zou de rivier een groot deel van het jaar te ondiep zijn voor schepen. De keerzijde is dat het waterpeil tussen de stuwen in – stuwpanden genoemd – nu door de mens op een vast peil wordt gehouden. Zeker bij lage wateraanvoer vanuit Frankrijk en Wallonië staat het water er nagenoeg stil. Dat is niet gunstig voor de inheemse flora en fauna die afhankelijk zijn van stroming voor hun voortbestaan.


Verval

Bij de stuwen is het verval het grootst. Dat is daarom de plek waar de beste kansen liggen om weer stromend water terug te brengen. De stuwen zelf moeten in stand blijven. De meest voor de hand liggende optie is er een stromende nevengeul omheen te leggen. Belfeld en Grave zijn de locaties waar de meeste winst valt te behalen. Sambeek ook, maar daar lopen via een ander KRW-werkpakket al plannen voor een stuw-passerende nevengeul, onder de naam Geul Ossenkamp. En bij stuw Roermond is in 2013 reeds een beekje om de stuw heen gegraven.

In het KRW-budget is ruimte voor het aanleggen van nog 1 extra stuw-passerende geul. Royal HaskoningDHV verkent daarom nu via een bureaustudie welke van de twee andere kandidaat-locaties zich daarvoor het beste leent: stuw Belfeld of stuw Grave. 


Vismigratie

Vissen kunnen zonder hulp niet voorbij de stuwen komen. Nogal wat vissoorten hebben tijdens hun levensloop verschillende wateren nodig om op te groeien of zich voort te planten. Ze migreren tussen zoet en zout water, en de grote rivieren zoals de Maas vormen daarvoor hun hoofdroute. Dat geldt bijvoorbeeld voor zalm, aal en zeeforel.

Schema met werking  van de 7 sutwen in de Maas.


Vistrappen

Al langere tijd liggen er bij alle zeven stuwen vistrappen, expliciet bedoeld voor stroomopwaartse migratie. Ze zijn gericht op zowel de sterke zwemmers, bijvoorbeeld zalm, als zwakkere zwemmers, zoals driedoornige stekelbaars.

Uit inspecties en metingen is echter gebleken dat de vistrappen niet optimaal werken. Per locatie heeft dat verschillende oorzaken. Sediment blokkeert bijvoorbeeld de instroomopening, de hoeveelheid water in de passage beweegt onvoldoende mee met de waterstand in de Maas, begroeiing belemmert de zwemruimte of de lokstroom laat te wensen over; hierdoor weten de vissen de ingang niet goed te vinden. In de planstudie wordt voor elke vistrap een verbeterplan opgesteld.

Bij de stuwen Linne en Lith wordt daarnaast gekeken welke van die locaties zich het beste leent om een extra vistrap te bouwen. De huidige passages liggen daar namelijk wat verder van de hoofdstroom af en worden zodoende niet altijd herkend door vissen; ze hebben daarom baat bij een extra bypass. 

Een sluiscomplex met een boot die eropaf vaart.
Stuw- en sluiscomplex Lith in stroomafwaartse richting gezien, met links de vistrap langs de waterkrachtcentrale.   Foto: ©Flying Eye.


 

Planstudie gestart

De nieuwe opdracht ‘Visconnectiviteit in de Maas’ begint met een onderzoeks- en ontwerpfase, ofwel de planstudie. Samengevat gaat het om het opstellen van verbeterplannen voor de bestaande vistrappen en het ontwerpen van een extra vistrap bij stuw Linne of Lith en een nevengeul bij stuw Belfeld of Grave. Klik op de naam voor actuele info over elk van de locaties : Borgharen, Linne, Roermond, Belfeld, Sambeek, Grave, Lith.

Ingenieursbureau Royal HaskoningDHV kwam onlangs uit de bus als de partij waaraan de opdracht is gegund. Frank ten Vaarwerk, projectmanager Kaderrichtlijn Water Maas bij Rijkswaterstaat: “Het gezamenlijke team staat nu in de startblokken om voortvarend aan de slag te gaan, want de planning is zonder meer uitdagend; net als voor alle andere KRW-maatregelen geldt hier namelijk dat de maatregelen uiterlijk december 2027 buiten moeten zijn uitgevoerd. We moeten dan ook zo snel mogelijk door naar de realisatie. Om dit te bereiken gaan wij vanzelfsprekend nog in overleg met de omgeving en medeoverheden. HaskoningDHV ondersteunt ons hierin. Dat vraagt om korte lijntjes en snel schakelen. Ik heb er alle vertrouwen in dat zij hier met hun expertise goed voor gesteld staan.”


Meer weten?

Meer informatie over de maatregelen van Rijkswaterstaat voor ecologisch herstel van de Maas vanuit de Kaderrichtlijn Water is te vinden op de website www.samenwerkenaanriviernatuur.nl (riviertakpagina Maas), via de nieuwsbrief en in deze brochure. Of bel voor vragen met de publieksinformatielijn van Rijkswaterstaat 0800-8002 (gratis).

Cookie-instellingen