Zorgen voor schoon water is één van de hoofdtaken van Rijkswaterstaat. Naast de ecologische waterkwaliteit, is ook de chemische kwaliteit een belangrijke graadmeter. Daarom meten we voortdurend de waarden van het water en toetsen we die aan de hand van doelen en normen. Op basis daarvan bepalen we of en wanneer we maatregelen moeten treffen om de kwaliteit van het water te verbeteren.
Chemie speelt zich af op twee niveaus: stoffen in het water en stoffen in de bodem. Er is veel verontreiniging van de bodem ontstaan in de jaren 50 tot 90, waarin fabrieken nog afvalstoffen in de Europese rivieren loosden. We verbeteren de chemische kwaliteit van vaargeulen, meren en kreken door ze uit te baggeren of goed te bedekken.
Voor een goede chemische waterkwaliteit is samenwerking essentieel. Tussen waterschappen, bedrijven en Rijkswaterstaat. Maar ook op internationaal vlak. De rivieren houden immers niet op bij de grens. Door EU-landen is daarom gezamenlijk een lijst van zogeheten prioritaire stoffen met bijbehorende normen opgesteld. Dit zijn de stoffen die in veel EU-landen een probleem vormen voor de waterkwaliteit. Daarnaast stelt elke lidstaat een lijst op van specifieke verontreinigende stoffen met bijbehorende normen. De normen voor stoffen bieden bescherming aan ecosysteem en mens. In het KRW-monitoringsprogramma onderzoeken we zowel prioritaire als specifiek verontreinigende stoffen.
Om de hoeveelheid schadelijke chemische stoffen in het water en de waterbodem te verminderen, doen we continu onderzoek naar welke stoffen we aantreffen. Aan de hand daarvan proberen we afspraken te maken met de betrokken partijen om te voorkomen dat er stoffen in het oppervlaktewater komen waar het watersysteem last van heeft. Nieuw hierin is dat we niet alleen de concentraties van stoffen meenemen, maar ook kijken naar welk effect ze hebben. Zo treffen we de laatste tijd veel microplastics en medicijnresten aan in het water. Deze zogenoemde ‘opkomende stoffen’ maken geen deel uit van de Kaderrichtlijn Water, maar hebben wel een schadelijk effect op de ecologie. Daarom proberen we de uitstoot van deze stoffen bij de bron aan te pakken. Bij verontreinigde waterbodems is het doel verontreiniging bij het verzamelpunt tegen te houden en waterbodemsanering toe te passen. In dat geval graven we het verontreinigde deel van de waterbodem af.
Het toezicht en de afspraken op het gebied van de chemische waterkwaliteit hebben sinds de start van de Kaderrichtlijn Water aantoonbaar effect gehad op de kwaliteit van ons water. Toch is het nu ook zaak om opkomende stoffen zoals medicijnresten en microplastics via afspraken met industrie en waterschappen verder aan te pakken.
We streven ernaar zo min mogelijk energie en grondstoffen te gebruiken in ons werk. Bij chemie doen we dat door al bij de bron in te grijpen. Door goed samen te werken en duidelijke afspraken te maken over normeringen en stoffen, voorkomen we dat we überhaupt maatregelen moeten nemen.
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.