Ingenieursbureau Arcadis heeft in opdracht van Rijkswaterstaat een ontwerp gemaakt voor het verbeteren van de ecologische waterkwaliteit in en langs de Bergsche Maas, onder meer voor de Capelsche uiterwaard in de gemeente Waalwijk. Een tweede locatie in dit gebied waar gewerkt gaat worden, is de Genderensche uiterwaard aan de overkant van de rivier in de gemeente Altena.
Wat er precies gaat gebeuren, staat beschreven in het Ontwerp-Projectbesluit volgens de Omgevingswet. Dit lag van 4 december 2024 tot en met 14 januari 2025 ter inzage, met voor iedereen de mogelijkheid te reageren op de plannen door een zogenoemde zienswijze in te dienen.
Kaderrichtlijn Water
De plannen vloeien voort uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Die richtlijn heeft als doel de kwaliteit van alle oppervlaktewateren in Europa te verbeteren en beschermen. Dat geldt dus ook voor de Maas. De uitvoering van de KRW loopt nog door tot en met 2027.
In de loop van de tijd is door menselijk ingrijpen veel veranderd aan het Maaslandschap. Het waterleven is daardoor in de knel geraakt. De maatregelen moeten er voor zorgen dat er ook weer ruimte komt voor natuurwaarden; meer leefgebied voor planten, vissen en kleine waterdiertjes.
Bergsche Maas
De Bergsche Maas is rond 1900 aangelegd als nieuwe benedenloop van de Maas richting de Noordzee. Eb en vloed hebben hier nog enige invloed. Het waterniveau stijgt en daalt dagelijks met zo’n 20-30 centimeter. De Bergsche Maas is dan ook te typeren als zoet getijdenwater. Dat brengt karakteristieke flora en fauna met zich mee. Door menselijke ingrepen als het dempen van getijdengeulen zijn die natuurwaarden echter achteruit gegaan.
Daarom wil Rijkswaterstaat in en langs de Bergsche Maas weer ruimte bieden aan de getijdenwerking. De maatregelen bestaan uit het aanleggen van beschutte natuurgeulen parallel langs de rivier. Zo worden de rivierdynamiek en getijdenwerking benut om de plant- en diersoorten de kans te geven terug te keren.
Ontwerp-Projectbesluit
Wat er precies gaat gebeuren in de Capelsche uiterwaard staat beschreven in het Ontwerp-Projectbesluit volgens de Omgevingswet. Dit is gepubliceerd in de Staatscourant en lag gedurende zes weken ter inzage. Van 4 december 2024 tot en met 14 januari 2025 kon iedereen de stukken inzien en reageren op het plan. Een reactie op het Ontwerp-Projectbesluit wordt een zienswijze genoemd.
Om een overzicht te geven van de plannen is er een - drempelvrije - samenvatting van het Ontwerp-Projectbesluit beschikbaar. Deze is te bekijken en downloaden op het Publicatieplatform van Rijkswaterstaat.
Ook de herinrichting van de Genderensche uiterwaard in de gemeente Altena valt onder dit Ontwerp-Projectbesluit. Zie onderstaand kaartje voor de ligging van beide maatregelen.
In de reactienota bij het definitieve Projectbesluit wordt teruggekoppeld wat er met de binnengekomen zienswijzen is gedaan. Heeft u een zienswijze ingediend? Dan krijgt u daar persoonlijk bericht over.

Het ontwerp op hoofdlijnen
Het maatregelgebied herinrichting Capelsche uiterwaard ligt tussen rivierkilometer 236.7 en 239.5 aan de noordwestkant van Waalwijk. De Zomerdijk en Zuiderkanaalweg vormen de begrenzing aan zuidkant.
Huidige situatie van het westelijke deel van het maatregelgebied Capelsche uiterwaard. Met onderaan in beeld het afwateringskanaal. Foto: ©Pulles en Pulles
Dwars door de uiterwaard ligt een uitwateringskanaal van Waterschap Brabantse Delta. Aan weerszijden daarvan wordt een oevergeul aangelegd, parallel aan de Bergsche Maas, met zowel een aantakking aan bovenstroomse als benedenstroomse kant. De geulen worden elk ongeveer 1,25 kilometer lang en circa 20 meter breed. Erlangs worden rietstroken en bomen aangeplant voor schaduw en variatie in begroeiing. De huidige Maasoever blijft bestaan en krijgt bij normale en lage waterstanden de functie van vooroever en golfbreker. Enkele openingen in de vooroever zorgen voor wateruitwisseling en maken het mogelijk voor vissen de geulen in en uit te zwemmen.
Zo ontstaat een beschutte plek voor jonge vis om op te groeien, en een rustplaats voor trekvissen. De variatie in leefgebieden neemt toe, wat ook positief is voor ongewervelde waterdieren zoals libellen en waterjuffers. En typische rietvogels zoals de roerdomp en de grote karekiet profiteren mee van het riet en de moerassige zones.
De nieuw te planten bomen aan de zuidzijde van de oevergeulen komen in een rij te staan, zodat het water genoeg schaduw krijgt. Dat vertraagt de opwarming, wat in de zomer belangrijk is voor de overlevingskansen van het waterleven. Waarschijnlijk wordt hierbij gekozen voor zwarte populieren, een inheemse soort die goed past in het Nederlandse rivierenlandschap.
Het westelijke deel
Om nog meer in te spelen op de getijdenwerking, is er in het westelijke deel van de uiterwaard een langgerekte getijdengeul voorzien die de bestaande laagtes in het landschap volgt. Deze wordt 1,4 kilometer lang en 25 tot 30 meter breed. In de zomerkade komt een doorsteek om de aantakking van de getijengeul op de rivier mogelijk te maken, wat alleen aan de benedenstroomse kant gebeurt. Het resultaat is een gunstige omgeving voor vissoorten als de harder en fint om te paaien en voor hun nakomelingen om in alle rust op te groeien.
In de middeleeuwen is in dit gebied een zogenoemd slagenlandschap ontstaan, bestaande uit loodrecht op de rivier liggende sloten en greppels. Die karakteristieke structuur wordt na herinrichting zoveel mogelijk behouden, waarbij de sloten met de nieuwe getijdengeul worden verbonden. Verder wordt aan deze westkant de bestaande laagte aangepast om een overstromingsvlakte van circa 20 hectare te creëren. Dit betekent dat het maaiveld op sommige plekken iets verder wordt verlaagd om moerasnatuur de ruimte te geven.
Op andere plekken wordt het maaiveld juist wat verhoogd om kruidenrijk grasland te laten ontstaan. De laagste delen zullen vervolgens vaker overstromen (gemiddeld 150 dagen per jaar) dan de hogere delen (gemiddeld 50 dagen per jaar). Een nieuw stuk aan te brengen lage zomerkade voorkomt dat de Zuiderkanaalweg na deze herinrichting vaker overstroomt. Hiervoor moet de beverburcht op deze plek wijken. De hoogte sluit aan bij de kade langs het uitwateringskanaal.

Beverburchten, bomen en waterhuishouding
De andere beverburchten en het ooibos aan de westkant blijven intact, daar vinden geen werkzaamheden plaats. Voor de herinrichting moeten circa 30 bomen op de Maasoever worden verwijderd, waarvan het merendeel bakenbomen. De gekapte bomen worden zoveel mogelijk ter plekke nuttig hergebruikt door ze als rivierhout onder water te verankeren in de nieuwe geulen. Het trekt al snel allerlei leven aan, zoals wieren, mosselen en insectenlarven, en biedt schuilplaatsen aan jonge vis.
Verder omvat het ontwerp het aanbrengen van duikers aan de westzijde en een klein gemaal en een persleiding aan de oostzijde voor het in stand houden van de waterhuis houding aan die kant van de uiterwaard.
Totstandkoming ontwerp en afstemming
De plannen voor deze uiterwaard zijn besproken met de gemeente Waalwijk, provincie Noord-Brabant en Waterschap Brabantse Delta. Ook zijn bij grondgebruikers en andere belanghebbenden relevante informatie en aandachtspunten over het gebied opgehaald. Het slagen landschap is bijvoorbeeld van cultuurhistorisch belang en geniet daardoor ook provinciale bescherming. Hier is rekening mee gehouden in het ontwerp.
Verdere stappen
Na afronding van de zienwijzenprocedure is de volgende stap in de besluitvorming het voorbereiden van het definitieve Projectbesluit. Na vaststelling door de minister van Infrastructuur en Waterstaat, wordt ook dat gepubliceerd in de Staatscourant. Dit besluit komt vervolgens gedurende een bepaalde periode ter inzage te liggen, waarbij nog de mogelijkheid van beroep open staat. Uiterlijk december 2027 moet het werk buiten zijn uitgevoerd.
Onderstaand schema geeft aan wanneer de verschillende besluitvormingsmomenten voor de KRW-maatregelen in de Bersche Maas worden verwacht, met de bijbehorende mogelijkheden om te reageren.

Meer weten?
Meer informatie over de maatregelen van Rijkswaterstaat voor ecologisch herstel van de Maas is te vinden op www.rijkswaterstaat.nl/maasoevers, via de nieuwsbrief en in deze brochure. Of stel uw vraag aan de landelijke informatielijn van Rijkswaterstaat via 0800-8002 (gratis).